Hieronder vind je een stappenplan voor het werken met een verteltafel. Onderaan de pagina kun je het stappenplan downloaden.
Kinderen spelen een verhaal aan de verteltafel niet zomaar na. Hiervoor is het nodig om te werken volgens een bepaalde opbouw en structuur, hieronder vind je een mogelijke structuur voor het werken met een verteltafel.
De voorbereiding:
Stel jezelf bij de keuze van je verteltafel en je voorbereiding de volgende vragen:
Woorden:
- Welke woorden wil je aan bod laten komen? Maak onderscheid tussen makkelijkere en moeilijkere woorden (denk aan de zone van naaste ontwikkeling en differentiatie)
- Moet er taal worden aangepast?
Kernactiviteiten:
- Kunnen er verschillende kinderen volgens hun eigen ontwikkelingsbehoeften met de verteltafel bezig zijn?
- Welke ontwikkelingsdoelen biedt dit boek? (Emotionele waarde, taalontwikkeling, woordenschat, etc.)
- Hoe kun je de verteltafel verbinden aan andere activiteiten?
Verhaallijn:
- Is de verhaallijn technisch te realiseren aan de verteltafel? Moeten er aanpassingen worden gedaan? Zo ja, welke?
- Kunnen de kinderen voldoende handelingen verrichten? Welke?
Het artikel gaat verder onder de foto’s van verteltafels.
De stappen
- Verduidelijk een aantal nieuwe of moeilijke woorden met behulp van de 3 uitjes (uitbeelden, uitleggen, uitbreiden).
- Lees eerst het (prenten)boek voor, eventueel met een selectie van attributen (hoofdpersoon, belangrijkste voorwerp).
- Samen met de kinderen vertel je het verhaal na. Met de kinderen bespreek je de attributen die in het verhaal voorkomen. Hierdoor werk je aan woordenschat.
- Bouw samen met de kinderen de verteltafel op. Dit kan enkele dagen duren, aangezien de kinderen zelf materiaal verzamelen of maken.
- Je leest het boek nogmaals voor en introduceert de verteltafel.
- Je leest het boek voor en voert de handelingen zelf uit.
- De kinderen krijgen voldoende gelegenheid om met de verteltafel en attributen te spelen en alles te verkennen (ontdekken en experimenteren).
- Je leest het boek voor en de kinderen voeren de handelingen uit.
- De kinderen βlezenβ het boek en jij voert de handelingen uit. Bovenstaande twee handelingen kunnen ook omgedraaid worden (afhankelijk van taligheid van het kind).
- De kinderen werken in groepjes met de verteltafel, waarbij het ene kind vertelt / leest en het andere kind de handelingen uitvoert. Het is ook mogelijk dat de rollen en teksten worden verdeeld, waarbij de kinderen spelen wat ze vertellen / lezen. Het is belangrijk om in deze fase goed te observeren. Voeg eventueel spelimpulsen toe.
- Vervolgens werken de kinderen zelfstandig met de verteltafel. Het is dan een keuzeactiviteit van je planbord. Observeren en interventies blijven natuurlijk belangrijk.
Het artikel gaat verder onderd de foto’s van de verteltafels.
Verdieping, verbreden en verbinden van de verteltafel
- De kinderen voegen zelf personen of elementen toe aan het verhaal.
- De kinderen bedenken een alternatief einde en spelen dit na.
- De kinderen maken zelf een vervolgboek en spelen dit na.
Verbinden van andere activiteiten:
- Maken van prentenboeken.
- Voorstelling verzorgen, posters en entreebewijzen maken.
- Kinderen het verhaal laten inspreken, vervolgens afspelen.
- Een hoorspel maken
- Vertelpantomime
- Andere boeken toevoegen aan leeshoek of verteltafel
- Luister en schets: Lees het boek voor en laat de kinderen in 4 tot 6 schetsen tekenen wat de essentie van het verhaal is (Lees steeds een deel voor, en laat de kinderen vervolgens een schets maken over dat deel).
- Laat de kinderen elkaars voorstelling filmen. Maak een QR code van het filmpje, zodat kinderen de filmpjes terug kunnen kijken.
- Laat kinderen een memoryspel maken van verschillende attributen / personages uit het boek.