We denken er (bijna) allemaal hetzelfde over, in ieder geval de mensen die met jonge kinderen werken. Toch gebeurt het weer massaal in januari: Het toetsen van kleuters. Er is al veel over geschreven, en toch breng ik het graag nog eens onder de aandacht. Mijn boodschap: Neem het toetsbeleid voor kleuters eens onder de loep.

Schooltje spelen

Kinderen zitten in rijtjes of naast elkaar met grote stapels boeken of kisten ertussen. Het zou namelijk zo maar kunnen dat ze zo gefrustreerd raken van de opdrachten en bij een ander kind gaan kijken. Soms zijn het kinderen die nauwelijks een potlood kunnen vasthouden of zelfs kinderen die nog niet eens weten dat het een potlood heet. Kleuters die met hele ander dingen bezig zijn, namelijk kleuter zijn en bij elke opdracht beginnen te associëren (“Hé, zo’n ooglapje heb ik ook” of “Ik vind de prinses het mooist, daar zet ik een streep onder”). En dan heb je ook nog van die enthousiastelingen die het antwoord meteen roepen als ze het (denken te) weten, waarna vervolgens de rest volgzaam een streep zet onder het net gehoorde antwoord. Of dat ene kind dat ineens een vlieg ziet vliegen of dat kind dat zo graag naar buiten wilt en dus maar zo snel mogelijk strepen zet zonder echt naar de vraag te luisteren. En heb ik dat kind al genoemd dat geen streep durft te zetten, want misschien klopt het wel niet? Terwijl ik dit opschrijf, vraag ik me echt af waarom we denken dat we er goed aan doen wanneer we kleuters toetsen.

Van concreet naar abstract
Niet alleen deze setting vind ik totaal niet “des kleuters”. We weten allemaal dat jonge kinderen niet lang stil kunnen zitten. Testen we dan niet misschien de spanningsboog van kinderen? Neem de taaltoets van Cito, hiervoor moeten kinderen 2 keer een half uur aan tafel zitten, dan volgt de rekentoets nog (ook 2 keer 30 minuten), letterkennistoets, kleurentoets, lichaamsdelentoets. Als we al die toetstijd eens in onderwijstijd zouden stoppen? Heel wat extra leertijd!

Ik krijg vooral de kriebels van het niveau van de toets en de manier waarop getoetst wordt. We weten namelijk ook allemaal dat we jonge kinderen activiteiten moeten aanbieden van concreet naar abstract (of van driedimensionaal naar tweedimensionaal), waarbij voornamelijk in de overgangsfase de koppeling tussen concreet en abstract enorm belangrijk is. De Cito toetsen zijn volledig abstract en tweedimensionaal. Zo valt mij vaak op dat kinderen niet altijd het juiste plaatje aanwijzen als ik vraag waar ze “hinkelen” zien. Als ik ze vervolgens vraag om te hinkelen, hinkelen ze er vrolijk op los. Bij de M2 en de E2 toetsen (midden en eind groep 2) zie ik eigenlijk pas kinderen die enigszins in staat zijn om abstracte opdrachten uit te kunnen voeren zoals ze in de toetsen staan (schoolrijpheid). Opmerkelijk genoeg zijn dit vaak die kinderen die een A of B score hebben.

Ontwikkeling van kleuters en teaching to the test
Naast de ontwikkeling van concreet naar abstract leren, worden in de CITO toets ook opdrachten gegeven waar voornamelijk de zogenaamde excellente leerlingen antwoord op zullen weten, aangezien veel kleuters hier nog niet aan toe zijn en dus geen antwoord op zullen weten. Hoe frustrerend is dat als er enkele vragen achter elkaar komen waarop je echt geen antwoord weet en ook niet hoeft te weten? Denk bijvoorbeeld aan letterkennis of logisch denken. Bij de opdracht “Teken een rondje meer dan dat je vierkantjes ziet” (Rekentoets) kijken de kinderen je waarschijnlijk vragend aan. Net als bij de opdracht waarbij ze moeten uitrekenen hoeveel minuten een kind nog op de computer mag.
Wat zie je vervolgens gebeuren bij leerkrachten? Ze gaan van kindgericht naar resultaatgericht onderwijs en van concreet naar abstract onderwijs. Als de CITO scores te laag zijn, worden leerkrachten er immers afgerekend en lijkt het alsof er niet meer gekeken wordt hoe het komt dat het kind een D of een C heeft (denk aan concentratie, taalachterstand, vermoeidheid, sociaal emotioneel).

Om de CITO resultaten te verbeteren zie ik handelingsplannen n.a.v. het CITO resultaat voorbij komen of (door leerkrachten ontworpen) lesideeën. Hierbij staat dan vermeld: “Werkblad op de CITO manier”. Natuurlijk zijn er kinderen die het leuk vinden om dit soort werkbladen te maken, maar dit zijn meestal de kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben en meer toe zijn aan deze manier van werken (wederom de kinderen die een A of B score behalen op de Cito toets). Leerkrachten stappen veel te snel over naar abstracte werkvormen, waarbij ze gebruik maken van het smartboard, of bijvoorbeeld memoriespellen maken waarin alle citowoorden voorkomen. Dit laatste noem teaching to the test, leraren die hun manier van lesgeven en de inhoud aanpassen aan de toets.

Waarom overwegen om te stoppen?
Beste collega’s: stop met toetsen voor kleuters, zoek naar alternatieven. Ik zie geen enkel voordeel voor het kind of de leerkracht. De toetsen zijn tijdrovend, vaak frustrerend voor leerkracht en kind en passen wat mij betreft juist niet binnen de doorgaande lijn. Aangezien  de manier van toetsen en een groot deel van de inhoud niet bij de meeste kleuters passen en dus geen betrouwbaar resultaat geven, heeft de CITO voor kleuters geen meerwaarde. Het afnemen van de gestandaardiseerde toetsen leidt vaak tot teaching to the test, waardoor de resultaten ook geen juist beeld geven van het daadwerkelijke niveau. Daarnaast is het toetsen van kleuters sinds 2013 niet meer verplicht en voldoet een gestandaardiseerd en gestructureerd volgsysteem. Steek je tijd liever in het observeren van kinderen en een kindgerichte benadering waarbij je echt aansluit bij het niveau van het kind en het kind niet overvraagt.

Het toetsbeleid onder de aandacht brengen? Bekijk dan deze links of vraag bovenstaand artikel in PDF aan.

Bekijk alle artikelen

Bekijk alle posters

Bekijk alle activiteiten

[facebook-page-plugin href="topwijs" width="500" height="500" cover="true" facepile="true" tabs="timeline" cta="false" small="false" adapt="true" link="true" linktext="Facebook" lang="nl_NL" ]

Pin It on Pinterest

Share This

Deel dit

Deel dit in je netwerk!